Des Plumes Dans La Tete

Het Waalse stadje Genappe is bekend om haar suikerfabriek en vloeivelden waarin resten van suikerbieten liggen te rotten en waar trekvogels jaarlijks halt houden. De kleine roodharige Arthur Charlier (vijf jaar) is gefascineerd door de vogels en begint aan zijn eigen trektocht om nooit meer terug te komen. Het rustige leventje van zijn ouders wordt hierdoor grondig door elkaar geschud. Terwijl vader Jean-Pierre zich probeert neer te leggen bij het verlies weigert zijn vrouw Blanche te accepteren dat haar zoontje verdronken is. Zij gaat door alsof er niets gebeurd is en laat Arthur in haar hoofd voortleven, tot grote wanhoop van Jean-Pierre.