Jordanië 1967. De elfjarige Tarek en zijn moeder Ghaydaa zijn gevlucht uit Palestina na de voortdurende aanvallen van Israëlische soldaten en wonen nu in een vluchtelingenkamp op de grens tussen Jordanië en Israël. In de chaos van hun vlucht zijn ze Tarek’s vader kwijtgespeeld. Er komen elke dag meer en meer vluchtelingen aan in het kamp en Tarek en zijn moeder hopen dat op een dag hun vader er bij is. Een paar kilometer verder en nog dichter bij de grens is er een trainingskamp van Palestijnse vrijheidsstrijders. Tarek geraakt geboeid door wat hij daar ziet en blijft bij de soldaten.
