Het mannenkoor van het Noorse kustplaatsje Berlevåg zingt bij voorkeur buiten. In het begin van de film trotseren de mannen dik ingepakt een venijnige sneeuwstorm, die ze bijna aan het zicht onttrekt. Langzamerhand verliezen de klanken van hun volkslied het van de gierende wind. Een toepasselijke kennismaking met een stel kloeke kerels tussen de 29 en de 96 jaar, die heel verschillend zijn maar één grote passie gemeen hebben: zingen. Hun liederen bezingen hun eigen werkelijkheid: het weidse landschap, de mooie meisjes van de visfabriek en de middernachtzon die over de zee schijnt. Het dagelijks leven is voor de meeste doorgaans wat minder groots en meeslepend. In de beslotenheid van hun huizen praten de koorleden over hun herinneringen en hun toekomstdromen. Het wordt duidelijk dat het koor een onmisbare schakel vormt in het sociale leven in deze geïsoleerde gemeenschap.