Drie jongens uit Zuid-Italië sluiten zich aan bij het Giovane Italia (politieke beweging die de eenheid van Italië nastreefde) van Guiseppe Mazzini tengevolge van de wrede onderdrukking van de Bourbons na de rellen in 1828. Gedurende vier voorvallen die samenvallen met evenzoveel duistere pagina's van de Risorgimento (algemene term gebruikt voor het streven naar een Italiaanse staatkundige eenheid) worden de levens van Domenico, Angelo en Salvatore op tragische wijze getekend door hun revolutionaire en samenzweerderige missie. Ze worden heen en weer geslingerd tussen deugdzaamheid en moordzucht, de bereidheid tot opoffering en angst, opsluiting en illegaliteit, vluchtige idealen en politieke ontgoochelingen.
