Na op een nacht aangevallen en beroofd te zijn in Kuala Lumpur wordt Hsaio-Kang, een dakloze Chinese man, gered en meegenomen door enkele arbeiders uit Bangladesh. Een van hen, Rawang, laat Hsaio-Kang naast hem slapen op een oud matras welke hij op straat gevonden had. Later, wanneer Chyi, een serveerster in een coffee-shop, Hsaio-Kang ontmoet, verlangt ze vol lust naar hem. Terwijl Hsaio-Kang langzaam beter wordt, merkt hij dat hij gevangen zit tussen Rawang, Chyi en Chyi's vrouwelijke baas. In de tussentijd trekt er een zware vochtige nevel over de stad welke stinkt naar de transpiratie van haar multi-etnische bevolking. Deze mannen en vrouwen en het oude matras verdwalen in de nevel, maar vinden elkaar.
