In Le Pacte des Loups wordt de wetenschapper Grégoire de Fronsac door Lodewijk XV naar de Franse landstreek Gévaudan gestuurd. Het is 1766 en dappere jagers proberen al 2 jaar zonder succes een monster te vangen. De Fronsac wordt eigenlijk naar de Gévaudan gestuurd zodat hij het monster op kan zetten zodra het gevangen is, maar hij besluit ook zelf jacht te maken op dit mysterieuze beest. Tijdens zijn zoektocht wordt hij bijgestaan door zijn bloedbroeder Mani en de jonge aristocraat Thomas D'Apcher. De Fronsac komt er achter dat er in de Gévaudan meer aan de hand is dan hij het eerste gezicht had vermoed.
